PvdA/GL vult het akkoord van de nieuwe coalitie aan
Sur le Pont d’Avignon, On y danse, On y danse, Sur le Pont d’Avignon, On y danse tous en rond
Op de brug van Avignon danst iedereen in het rond. En waarom danst iedereen daar in het rond? Omdat de overkant niet bereikt kan worden vanwege het ontbreken van een aantal pijlers. Het is maar een halve brug.
Dat is naar ons idee ook het geval met het akkoord van de nieuwe coalitie. De coalitie kondigt aan door te gaan met de bouw van een brug naar het goede leven. Daarbij concentreert de coalitie zich op drie pijlers: gemeenschapsontwikkeling, waardevol ondernemen en een toekomstbestendige woningmarkt. Dat zijn inderdaad drie belangrijke pijlers. Als oppositie willen we die graag mee invullen met het aandragen van eigen bouwstenen.
Dat geldt niet voor de vierde pijler die de coalitie noemt, nl de toename van het aantal inwoners. We vinden dat een ietwat vreemde pijler, waarover de coalityie ook erg tweeslachtig is: in het kader van deze meer-inwoners-politiek zegt men buitenlandse arbeiders en vluchtelingen met open armen te willen ontvangern, maar tegelijk zegt men dat het huisvesten daarvan niet ten koste mag gaan van andere inwoners. Dat zijn in onze ogen insinuaties die tegenstellignen operoepen die een goed bestuur eigenlijk zou moeten vermijden. Verder doet deze pijler ons wat vreemd aan omdat de demografische ontwikkelingen in alle prognoses op termijn een dalende lijn laten zien.
Deze vierde pijler komt ons wat merkwaardig over. In de regio zal men daar ook de nodige vragen bij stellen, lijkt ons. De drie andere pijlers – gemeenschapsontwikkeling, waardevol ondernemen en een toekomstbestendige woningmarkt – zijn wat ons betreft akkoord en zoals gezegd zullen we die graag mee invullen met het aandragen van eigen bouwstenen.
Om het goede leven te bereiken voor iedereen ontbreekt echter een aantal belangrijke pijlers. Deze hebben te maken met solidariteit, afhankelijkheid van de natuur en met de ontwikkeling van de democratie.
Laten we beginnen met de pijler ‘afhankelijkheid van de natuur’. Bij het goede leven hoort een gezonde leefomgeving met lucht die je zonder gevaar voor je gezondheid in kunt ademen, met water dat niet bedorven is door gifresten, met insecten die zorgen dat de bodem vruchtbaar blijft en met dieren die ook ruimte hebben om te leven. Over biodiversiteit en over een economie die de natuur herstelt in plaats van vernielt … daar lezen we weinig tot niets over in het coalitieakkoord. Er wordt weliswaar gesproken over een toekomstbestendig buitengebied, en daar worden wat uitdagingen genoemd, maar de voornaamste uitdaging ontbreekt: de ontwikkeling van een economie die in orde is met de natuur en die onze aarde bewaart opdat de komende generaties daar ook een goed leven op kunnen gronden. De intensieve veehouderij en de gezondheid van omwonenden worden bijvoorbeeld wel genoemd in het coalitieakkoord en coalitie geeft aan, graag deel te willen nemen aan het maatschappelijk debat hierover. Maar de uitdaging is veel breder en er wordt een beperking toegevoegd die dit debat in een merkwaardig harnas stopt. De coalitie wil dat in dit debat de feitelijke ontwikkelingen leidend zijn. In onze ogen zijn die feitelijke ontwikkelingen niet leiden, maar zijn ze juist onderwerp van debat, staan ze juist ter discussie. Het is inderdaad nodig dat de feiten onder ogen worden gezien voor een goed en eerlijk debat, maar als de feitelijke ontwikkelingen leidend zijn kan het debat even zo goed niet gevoerd worden. De coalitie stelt zich hiermee op als gelovigen die in de kerkbanken om nog meer vuur bidden terwijl de kerktoren al in lichterlaaie staat.
Het akkoord stelt, dat de coalitie de klimaatdoelen onderschrijft en dat zij waardevolle initiatieven in die richting zal stimuleren.
Wij zijn echter niet alleen maar een verzameling van lokale gemeenschappen of netwerken, maar ook een gezamenlijke gemeenschap, de gemeente. De gemeente heeft ook haar eigen verantwoordelijkheid en kan niet alleen maar wachten totdat er initiatieven ontstaan binnen de lokale gemeenschappen.
Verduurzaming van energievoorziening is zo’n gemeentelijke aangelegenheid. Twee vormen van verduurzaming van energievoorziening hebben een grote impact op de inrichting van de ruimte namelijk windmolens en zonneparken. Het vaststellen van geschikte locaties hiervoor moeten plaatsvinden op basis van ruimtelijke uitgangspunten, dit om verrommeling van het buitengebied en willekeur te voorkomen. Indien er geen gemeentelijk vastgesteld plan aanwezig is lopen we het risico dat er initiatieven worden aangeboden gedreven door bedrijfsbeëdigingen in het buitengebied of dat er niets gebeurt door een ‘not in my backyard houding’ van de omgeving en lokale gemeenschappen.
Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden om klimaatadaptief beleid te voeren. We noemen er hieronder enkele, zoals bijvoorbeeld:
⁃ Het stimuleren van het gebruik e-bike tov auto’s voor korte afstanden. Fietsen voorrang geven tov auto’s door een kernfietsnet binnen de gemeente in te stellen. Verder kan kan bij het inrichten van de openbare ruimte worden voorzien in gunstig gelegen veilige fietsstallingen. Behalve duurzaamheidsvoordelen wordt ook invulling gegeven aan ontwikkelingen in de openbare ruimte op het ontstaan van een omgeving die uitnodigt om te bewegen.
– Stimulering van gebruik van elektrische auto’s ten opzichte van auto’s met verbrandingsmotor door bijvoorbeeld parkeerplaatsen creëren op de meest gunstige locaties qua loopafstand, uiteraard na de invalide parkeerplaatsen. Verder kunnen voldoende parkeerplaatsen worden voorzien van laadpalen.
⁃ Zelf het goede voorbeeld geven door het eigen gemeentelijk vervoer ook volledig te elektrificeren.
⁃ De lokale gemeenschappen uit te dagen en te ondersteunen in implementatie van het delen van elektrische auto’s. Behalve duurzaamheidsvoordelen zijn zo ook voordelen op het vlak van gemeenschapszin te bereiken. Als voorbeeld het gezamenlijk doen van boodschappen of de inzet van de elektrische auto’s voor het vraaggericht individueel vervoer.
Zomaar wat voorbeelden die blijk geven van richtinggevend beleid, in plaats van slechts volgend.
Zijn de coalitiefracties bereid een actief beleid te voeren inzake herstel en behoud van natuur en milieu en met name van biodiversiteit?
Dan een tweede pijler die geheel afwezig is in het coalitieakkoord, de solidariteit. Het goede leven moet bereikbaar zijn voor alle mensen. Voor mensen die hier al lang leven en voor mensen die onlangs hier zijn komen wonen. Voor mensen die het financieel goed hebben en voor mensen die in financieel opzicht slecht bedeeld zijn. Een van de grootste problemen waarmee iedere samenleving, ook het kleine Peel en Maas, te maken krijgt, is de groeiende tweedeling in de samenleving. De kloof tussen mensen die het goed hebben en mensen die geen deel hebben aan het goede leven wordt steeds groter. Dat heeft naar ons idee onder meer te maken met een economie van het waardevol ondernemen waarin een aantal waarden niet worden meegeteld. Dat is het opsouperen van de natuur, het vervuilen van bodem, lucht en water, het aantasten van de biodiversiteit, het ongelijk verdelen van de welvaart. De revenuen van dit niet meetellen van een aantal waarden worden als individuele verdiensten toegerekend aan de mensen die toch al veel bezitten en als het mis gaat wordt de schade op de collectiviteit afgewenteld hetgeen vooral ten laste komt van de mensen die al (te) weinig hebben. Voor het ontwikkelen van het goede leven voor iedereen moet dat gangbare economische denken en doen ter discussie worden gesteld en moeten we mensen die niet zulke goede spelers zijn in de competitie en de concurrentie, compenseren. De afgelopen jaren is een stevig minimabeleid opgebouwd in Peel en Maas. We vragen de coalitie dat beleid voort te zetten en zo nodig nog uit te bouwen zolang de kloof tussen rijk en arm blijft groeien en zo lang mensen vanwege gebrek aan middelen of vanwege problematische schulden zich niet maximaal kunnen ontplooien in de samenleving. Bij de pijler solidariteit hoort ook een stevige paragraaf over sociale woningbouw. Daarover is weinig te vinden in het coalitieakkoord. Er zijn niet alleen middeldure huurwoningen nodig, maar ook, en wat ons betreft eerst en vooral, huurwoningen die betaalbaar zijn voor de lagere inkomensgroepen. Bij het realiseren van middeldure huurwoningen hoort ook een inventief en vernieuwend beleid om mensen met hogere inkomens die nu in betaalbare huurwoningen wonen te laten doorstromen naar deze woningen en betaalbare woningen vrij te maken voor mensen met lagere inkomens. Daarover hadden we graag wat gelezen in het coalitieakkoord.
Bij de pijler van de solidariteit hoort ook het beleid ten aanzien van arbeidsmigranten. Werkgevers halen mensen uit het buitenland hier naar toe en de huisvesting doen ze er ofwel zelf bij als een goede bijverdienste ofwel ze besteden het uit aan een commerciële partij die daar flink aan verdient, ofwel ze roepen dat de overheid voor de huisvesting moet zorgen of in ieder geval hen moet helpen om de arbeidsmigranten niet alleen magertjes te belonen, maar ook te gebruiken als extra inkomstenbron via huisvesting in dicht bevolkte onderkomen ofwel bij de baas op het erf ofwel in afgelegen gebieden. Zo ontstaan grootschalige kolonieën onder heerschappij van de werkgever of de huurbaas. Het zou ondenkbaar zijn als dorpen als Kessel-Eik of Koningslust onder beheer zouden staan van een werkgever of een huurbaas. Elders in de gemeente staan we dit toe. Denk aan Breebronne en De Berckt en de coalitie lijkt bereid nog meer van dergelijke kolonieën te laten ontstaan. Steeds meer arbeidsmigranten blijven hier langer dan tijdelijk. Deze mensen zijn nieuwe inwoners, die gehuisvest moeten worden in bestaande kernen. Dat is het beleid dat we moeten durven te voeren. Pas dan mag er gesproken worden van een verwelkoming met open armen, zoals de coalitie aangeeft te willen doen.
En nog een categorie mensen moet kunnen rekenen op onze solidariteit. Dat zijn mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld en die nieuw en veilig thuis zoeken. De coalitie besteedt ruim aandacht aan het onderwerp veiligheid. Dat begrip geldt wat ons betreft ook voor mensen die een veilig onderkomen zoeken en een nieuw bestaan willen opbouwen. De coalitie geeft wat deze groep betreft een dubbele boodschap af: enerzijds geeft de coalitie aan deze mensen met een warm hart te ontvangen; anderzijds geeft ze aan dat de huisvesting van deze mensen niet ten koste mag gaan van het vervullen van de woonwens van andere inwoners. Dat is ‘blazen en tegelijkertijd het meel in de mond houden’. Als wij vluchtelingen een warm hart toedragen, dan zouden we ook bereid moeten zijn iets meer te doen dan de landelijke overheid van ons vraagt. Naar onze inschatting zijn de samenlevende mensen hier in onze gemeente daartoe ten volle bereid. De coalitie zou die bereidheid moeten ondersteunen in plaats van dubbelhartige boodschappen af te geven. Onze vraag aan de drie coalitiepartijen is of jullie fracties bereid zijn na te gaan of wij als gemeente en gemenschappen van Peel en Maas bereid zijn om bovern op de ons toegewezen taakstelling – die we gemakkelijk kunnen halen – een bescheiden aantal van 4 vluchtelingengezinnen extra op te nemen en dan denken we met name aan vluchtelingen die door de Rijksoverheid uitgenodigd worden omdat ze in miserabele situaties in overvolle opvangkampen elders verblijven.
De derde vergeten pijler is de ontwikkeling van de democratie en met name het hardnekkige democratische tekort. De grootste partij bij de gemeenteraadsverkiezingen is die van de thuisblijvers, de niet-stemmers, de mensen die niet de moeite nemen om de legitimiteit van ons als raad te onderbouwen. Dat is een ernstige bedreiging voor de geloofwaardigheid en het draagvlak van het openbaar bestuur. De vorige coalitie heeft de moed gehad dit vraagstuk op te pakken met het experiment van een sociale raad van gelote burgers. In het boek over het ontstaan en de ontwikkeling van de lokale democratie dat alle raadsleden van heel Nederland onlangs bij hun benoeming hebben ontvangen, wordt heel lovend geschreven over dit experiment van Peel en Maas. Er is een onafhankelijk onderzoek gedaan naar dit experiment en daar zijn aanbevelingen uitgekomen. Wij vinden het onbegrijpelijk dat in zo’n vroegtijdig stadium dit experiment is stopgezet. Dat is gebeurd op basis van partijpolitieke overwegingen die totaal los staan van het vraagstuk waar dit experiment een antwoord op probeert te vinden, nl. het democratisch tekort. Zijn de coalitiefracties bereid het experiment rond de raad van gelote burgers weer op te pakken?
Naast deze drie pijlers die wij aandragen om daadwerkelijk een brug te slaan naar het goede leven voor allen in onze gemeente en een leefbare en ‘natuurlijke’ toekomst, willen wij nog aandacht vragen voor twee andere opmerkelijkheden in het coalitieakkoord.
Op de eerste plaats is het de benadrukking van lastenverlichting. We staan als samenleving voor geweldige uitdagingen om de drie door de coalitie genoemde pijlers en de drie door ons genoemde aanvullende pijlers onder de brug naar het goede leven voor allen te verstevigen. Dat is een collectieve opdracht, die innovatief denken en doen vergt over en vooral van collectieven van burgers. Lastenverlichting is een beweging die stoelt op denken en doen in termen van losse individuen en een overheid die eigenlijk een gevaar is voor de individuele vrijheid. Individuen krijgen een paar luizige centen terug en sommige politieke partijen denken daar lof voor te ontvangen. De meesten van deze mensen zitten niet op die paar centen te wachten, hebben dat ook helemaal niet nodig. Stop de middelen die op de korte termijn niet direct nodig zijn niet in de afzonderlijke portemonnees van losse burgers, maar stop ze in een gezamenlijke portemonnee waarmee collectieven van burgers en overheden toekomstuitdagingen op kunnen pakken.
De tweede opmerkelijkheid is dat er zinnens taan in het coalitieakkoord die althans voor ons onbegrijpelijk zijn. Je leest die zinnen en je leest ze nog een keer en je vraagt je af: wat staat hier nu eigenlijk.
Om geen eindeloze opsomming te geven, beperken we ons tot één zo’n zinnetje, aan het slot van het akkoord:
“Wij willen dit moment ook gebruiken om met elkaar in gesprek te gaan over de vraag hoe wij als gehele raad het meest effectief kunnen bijdragen aan het goede leven, ook gelet op de verhoudingen die er vanaf de meest recente gemeenteraadsverkiezingen zijn ontstaan”. Onze fractie had hier graag wat duidelijkheid over. Wat wordt hier nou bedoeld?
In tweede termijn houden we ons het recht voor enkele moties in te dienen, ter versterking van de drie aanvullende pijlers die wij gebouwd willen zien onder de brug naar het goede leven voor allen en naar een toekomst die zich verstaat met de natuur. Want àls er toekomst is, dan heet die natuur!
Horoscopentaal. Het zal dus wel in de sterren staan. Misschien een leergang astrologie bij de laatste alinea voegen?
Of zou het toch om het “goede lezen”, wellicht zelfs “het goéde lezen” gaan, in plaats van dat “goede leven”?
Ik zie uit naar het raadsdebat. #dualisme