In Horst aan de Maas vindt een gedachtewisseling plaats over de toekomst van de veehouderij. Als bijdrage aan het maatschappelijke debat heeft de politieke groepering D66/GroenLinks in deze gemeente een notitie uitgebracht. Daarin staan denkbeelden die ook voor onze gemeente van belang zijn. Het uitgangspunt is dat we volop gebruik kunnen maken van de natuur, maar wel op zo’n wijze dat de natuur in stand blijft en ook nog beschikbaar is voor volgende generaties. Daarom moeten we onder meer stil staan bij de intensieve veehouderij.
Welke invloed heeft deze op de klimaatverandering? Wat zijn de effecten voor de natuur? Welke relatie is er met de gezondheid van de burgers? Hoe is het gesteld met het welzijn van de dieren? Deze en andere vragen hebben we te lang weggeschoven. Als we de natuur willen behouden en de biodiversiteit willen herstellen, moeten we de uitstoot van stikstof drastisch beperken. Dat kan door de veestapel te verkleinen en boeren te belonen voor landschapsbeheer. Als we de gezondheid van onszelf en onze kinderen willen bevorderen moeten we zorgen dat er geen virussen van dieren overspringen naar mensen. Dat kan als we de veehouderij op een natuur- en diervriendelijker wijze inrichten.
Ook daar is een aantal agrariërs al mee bezig. De veehouderij moet zich meer oriënteren op kwaliteit in plaats van kwantiteit. De agrariërs die hun bedrijf inrichten volgens dit uitgangspunt, leveren een eerlijk product en moeten daarvoor een eerlijke prijs krijgen.
Mensen met een kleine beurs moeten gecompenseerd worden om die eerlijke hogere prijs te kunnen betalen. Over dit soort maatregelen moet een open debat gevoerd worden. Dat gebeurt nu nauwelijks. De gemeente zou dit kunnen stimuleren door in haar beleid veel meer in te zetten op het ontwikkelen van een agrarische sector die de oorlog tegen de natuur beëindigt.
Annigje Primowees, Frits Berben, Raf Janssen,
Raadsleden
Geef een reactie