Raf Janssen, wethouder voor PvdA/GroenLinks in het college van de gemeente Peel en Maas, komt wekelijks veel mensen en omstandigheden tegen. Per week pikt hij er een uit om er, terugblikkend, even bij stil te staan.
Afgelopen week mocht ik als wethouder van Peel en Maas twee keer een inleiding houden tijdens landelijke bijeenkomsten. In beide gevallen kwam de verhouding tussen overheid en burgers ter sprake. En in beide gevallen werd nog eens duidelijk hoezeer de gemeente Peel en Maas voorop loopt wat betreft het experimenteren met een nieuwe vorm van besturen die burgers, bedrijven en instellingen benadert als partners en die niet vertrekt vanuit regels maar de dialoog opzoekt om samen afspraken te maken over samen te bereiken doelen.
De eerste bijeenkomst vond plaats in Hilversum. Een honderdtal ambtenaren van gemeenten uit heel het land was daar bij elkaar gekomen om bijgepraat te worden over nieuwe ontwikkelingen in het leerlingenvervoer. Sommige kinderen moeten vanwege een handicap of om andere redenen naar een school die ver weg ligt. Als leerlingen daar niet zelfstandig naar toe kunnen reizen kan de gemeente zorgen voor vervoer. Dat is de regeling rond het leerlingenvervoer. Daar zijn regels voor opgesteld. De vraag stond centraal hoe gemeenten die regels toepassen. Ik kreeg gelegenheid om te vertellen dat wij niet de regels op de eerste plaats stellen, maar dat we met ouders en met scholen in gesprek gaan over wat kinderen nodig hebben om goed te kunnen functioneren en om op te groeien tot zelfstandige burgers. Wat is daar voor nodig en wie kan daar een bijdrage aan leveren? Vanuit die invalshoek kijken we naar de regelingen rond het leerlingenvervoer en als de situatie van het kind of de ouders daarom vraagt durven wij ook af te wijken van de gangbare regels. Die dialoog met ouders en scholen voeren wij al enkele jaren. In heel veel gemeenten moet dat partnerschap met burgers en instellingen nog beginnen. In Peel en Maas is het al haast gemeengoed.
De tweede bijeenkomst vond plaats in Meterik. Daar hielden opbouwwerkers uit heel het land een meerdaagse bijeenkomst. Daar waren ook een kleine honderd mensen, die op een leuke manier ervaringen en denkbeelden uitwisselden. Mijn collega-bestuurder wethouder Birgit Op de Laak mocht donderdag dit festival van opbouwwerkers openen. En zaterdag mocht ik het afsluiten met een verhaal over onze aanpak in Peel en Maas en het belang dat wij hechten aan het stimuleren van dialogen tussen burgers onderling en tussen burgers en de gemeente. Ik mocht vertellen over de initiatieven van burgers die samen zorgen voor elkaar en die aantonen dat mensen geen losse individuen zijn, maar gemeenschapswezens, die afhankelijk zijn van elkaar. In allerlei initiatieven zijn burgers bezig om de normen van het samenleven meer geschikt te maken om mens te zijn in relatie tot anderen. De gemeente stimuleert en ondersteunt die basisinitiatieven. Dat doen we omdat we beseffen dat dergelijke initiatieven hard nodig zijn om als Peel en Maas een samenleving te zijn waarin iedereen meetelt en meedoet. De opbouwwerkers kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Niet als de vooruitgeschoven posten van de overheid die weet wat goed is voor mensen, maar als ondersteuners van bewonersinitiatieven die zelf maatschappelijke uitdagingen oppakken en soms daarbij de steun vragen van de overheid.
Raf Janssen
Geef een reactie