In Den Haag proberen zes partijen al maandenlang met elkaar in gesprek te komen over het formeren van een nieuw kabinet. Het gaat over van alles en nog wat, behalve waarover het moet gaan in de politiek, namelijk over de aanpak van grote vraagstukken waarmee we als samenleving worden geconfronteerd: klimaat, stikstof, woningcrisis, corona, onzekere arbeid, toenemende inkomensongelijkheid, diversiteit. Met die vraagstukken hebben we allemaal te maken in ons dagelijks leven.
De politiek moet de samenleving oplossingen aan de hand doen voor deze vraagstukken. Maar daar is men bijna een half jaar na de verkiezingen nog steeds niet aan toe gekomen. Wie hier de schuld heeft laten we in het midden. Het punt is dat politieke partijen niet doen wat van hen verwacht mag worden, namelijk beleid maken om maatschappelijke problemen aan te pakken. Weigeren om over inhoud te praten doet de politiek geen goed. Dat speelt landelijk, maar ook lokaal.
Van de 27 raadsleden in onze gemeente, zitten er 4 in de oppositie: 1 van Anders Nu en 3 van PvdA/GroenLinks. Met ons drieën voeren we loyaal oppositie, met name door regelmatig voorstellen te doen die van belang zijn voor mensen met een smalle beurs en die zijn er best veel in onze gemeente. Door de coalitiepartijen met hun 23 zetels worden dergelijke voorstellen meestal aangemerkt als ‘heel sympathiek’. Dat is de inleiding om te zeggen dat men ertegen gaat stemmen.
Het gaat dan niet om de inhoud, maar om het blote feit dat wij als oppositie die voorstellen hebben ingediend. Daarom is men tegen. Dat is vervelend voor ons, maar het is pas echt frustrerend voor de mensen die baat zouden hebben gehad bij die voorstellen. Die mensen verliezen het vertrouwen in de politiek. Begrijpelijk, want politieke partijen die niet over de inhoud willen praten, verliezen hun bestaansrecht.
Annigje Primowees, Frits Berben, Raf Janssen,
Raadsleden
Geef een reactie