Reeks uitgangspunten voor de energietransitie


Tijdens een bijeenkomst van afgevaardigden van de progressieve raadsfracties op zaterdag 14 september 2019 te Panningen is een reeks uitgangspunten voor de energietransitie opgesteld. In deze uitgangspunten wordt het accent gelegd op maatschappelijke aspecten van de energietransitie. De progressieve fracties van de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo en Venray benadrukken dat de energietransitie kansen biedt: kansen voor gemeenschapsontwikkeling, kansen voor een toekomstbestendige lokale economie, kansen voor een verbetering van de leefsituatie voor iedereen. Die positieve benadering van de energietransitie is uitgewerkt in negen uitgangspunten. De progressieve raadsfracties stellen voor deze uitgangspunten op te nemen in de Regionale Energiestrategie van de regio Noord- en Midden-Limburg.

Progressieve raadsfracties zien sociale kansen in energietransitie

Tijdens een bijeenkomst van afgevaardigden van de progressieve raadsfracties op zaterdag 14 september 2019 te Panningen is een reeks uitgangspunten voor de energietransitie opgesteld. In deze uitgangspunten wordt het accent gelegd op maatschappelijke aspecten van de energietransitie, op de invloed die de energietransitie heeft op de wijze waarop wij met elkaar samen leven: hoe we wonen, hoe we ons verplaatsen, hoe we eten, hoe we produceren en consumeren. De progressieve fracties benadrukken dat de energietransitie kansen biedt: kansen voor gemeenschapsontwikkeling, kansen voor een toekomstbestendige lokale economie, kansen voor een verbetering van de leefsituatie voor iedereen. Die positieve benadering van de energietransitie is uitgewerkt in negen uitgangspunten. De progressieve raadsfracties van de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo en Venray stellen voor deze uitgangspunten op te nemen in de Regionale Energiestrategie van de regio Noord- en Midden-Limburg.
Iedere regio moet op korte termijn een Regionale Energiestrategie (RES) opstellen. Daarin stelt de regio vast welke concrete bijdragen zij levert om de doelen van het klimaatakkoord te halen. Het gaat daarbij met name om de doelen wat betreft de opwekking van duurzame elektriciteit en de doelen wat betreft warmtetransitie in de gebouwde omgeving (van fossiele naar duurzame bronnen).
De gezamenlijke colleges van B&W van de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten hebben een startnotitie gemaakt, waarin ze aangeven hoe ze het opstellen van de Regionale Energiestrategie willen aanpakken. Het is vooral een technologisch en ruimtelijk verhaal geworden. De progressieve fracties van de gemeenteraden van Noord- en Midden-Limburg zijn van mening dat sociale aspecten minstens zo belangrijk zijn bij de energietransitie.

Uitgangspunten Energietransitie

Opgesteld door progressieve raadsfracties van de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo en Venray

 

De progressieve raadsfracties stellen voor de volgende uitgangspunten te hanteren voor de energietransitie:

A – Energietransitie is een kans voor gemeenschapsontwikkeling:

1. Energietransitie is niet louter een technische en ruimtelijke operatie; het is op de eerste plaats een sociaal proces. Dat betekent dat er tijd en geld ingezet moeten worden om mensen mee te krijgen, enthousiast te maken, aan te zetten tot moeilijke beslissingen, maar ook tot collectief meedenken en handelen. Gemeenten kunnen daarin een gezamenlijk initiatief nemen, bij voorbeeld door het inrichten van een duurzaamheidstrefpunt met concrete voorbeelden hoe je energie kunt besparen of een vergroeningsactie kunt starten in de buurt.

2. Energie is een collectieve voorziening. Het opwekken van schone energie wordt collectief aangepakt: van, voor en door burgers. Motto: eerlijk en samen. Via bewonersinitiatieven en lokale bedrijven, onder regie van de lokale overheid, met de nadrukkelijke afspraak dat de lokale samenleving steeds een meerderheidsbelang houdt en alle burgers – ook zij die niet financieel deel (kunnen) nemen aan de productie van schone energie – meedelen in de opbrengst.

3. Er wordt regionaal een ‘gideonsbende van transformatoren’ gevormd, dat is een deskundig team van opbouwwerkers, die de sociale infrastructuur van buurten, wijken, dorpen vertrouwd maakt met de kansen die energietransitie biedt voor processen van gemeenschapsvorming (stimuleren van lokale economie en het vergroten van sociale en culturele veerkracht).

B – Energietransitie is een kans voor een andere en meer lokale economie:

4. Door mensen niet alleen aan de voorkant van het proces te betrekken, maar ook in de uitvoer een rol te geven, ontstaat lokale werkgelegenheid en sociale cohesie. Door investeringen en besparingen lokaal zichtbaar en besteedbaar te maken, ontstaat meer lokaal besteedbaar inkomen. En door samen te werken aan de energietransitie ontstaan netwerken die gaan renderen op sociaal, maatschappelijk en cultureel vlak. (zie: https://www.lsabewoners.nl/wp-content/uploads/2018/06/Essay-Wijk-voor-de-wijk-bewonersgedreven-energietransitie.pdf)

5. Door te kiezen voor een lokale, bewonersgedreven en collectieve aanpak met steun van de juiste intermediairs, ontstaat lokaal draagvlak, wordt noodzakelijke expertise toegevoegd en is de kans groot dat de energietransitie soepel gaat verlopen. Een collectieve aanpak via een gebiedscollectief biedt de beste kansen om op haalbare en betaalbare wijze duurzame energie te produceren.

6. Als de energietransitie beperkt blijft tot het realiseren van andere energiebronnen teneinde de huidige wijze van leven, produceren en consumeren ongewijzigd voort te zetten, is zo’n transitie een onvoldoende antwoord op het klimaatvraagstuk. De energietransitie moet een stap zijn naar het verkennen en realiseren van andere, meer toekomstbestendige, wijzen van leven, produceren en consumeren. Alle energie die minder wordt gebruikt, hoeft niet meer duurzaam opgewekt te worden. Energietransitie begint dus met energie besparen.

C – Energietransitie is een kans voor verbetering van de leefsituatie voor iedereen

7. Iedereen, ook mensen die het niet zo breed hebben, moeten mee kunnen doen met energietransitie. Hogere inkomens profiteren het meeste van subsidies die verstrekt worden om energietransitie in gang te zetten; de energielasten voor deze huishoudens zullen dalen, terwijl de energielasten zullen stijgen voor de lagere-inkomensgroepen die geen geld hebben om veranderingen te bekostigen. Daardoor groeit de toch al grote kloof tussen rijk en arm. In aanvulling op het rijk moeten gemeenten en partners in de energietransitie, zoals woningcorporaties en lokale bedrijven, maatregelen nemen om die tendens te keren.

8. Energietransitie moet niet alleen betaalbaar zijn voor mensen met een kleine portemonnee, maar ze moeten er ook in financiële zin meteen voordeel van hebben. Daarom ontwerpt de gemeente een regeling om met name aan groepen mensen met lage inkomens – huurders en mensen met een eigen woning – renteloze leningen te verstrekken die terugbetaald kunnen worden met een deel van het geld dat uitgespaard wordt door lager energieverbruik. Omwille van de haalbaarheid moet ook een deel van het uitgespaarde geld blijven zitten in de portemonnee van de mensen die meedoen met de energietransitie.

9. De energietransitie moet worden gebruikt om de kwaliteit van de leefsituatie, waaronder de woning en de woonomgeving, te verbeteren. Voor iedereen!

Panningen, 14 september 2019
Progressieve raadsfracties van de gemeenten van Noord- en Midden-Limburg

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *